Geef ons heden ons dagelijks brood

Velen van de lezers zullen de titel herkennen. Het is een regel uit het gebed dat God ons geleerd heeft te bidden en dat uitgesproken werd voor aanvang van de maaltijd. Meestal gebeurde dat door het hoofd van het gezin. Handen vouwen, ogen dicht en stiekem door je oogharen gluren of iedereen zijn/haar ogen wel dicht had. Kreeg je dan oogcontact met iemand die dat ook deed, dan moest je dus oppassen dat je niet de slappe lach kreeg. Over die maaltijden en alles wat daarbij kwam kijken in ons gezin. Daarvoor zal ik aan één pagina niet genoeg hebben. Van mijn allereerste hapjes weet ik (vanzelfsprekend) niets af. Ik weet wel, van horen zeggen, dat ik al snel mijn eerste tandjes kreeg, dat ik vroeg liep, al snel "papa" en "mama" zei en al vroeg zindelijk was. Al snel kwamen er meer woordjes bij en van een roodborstje maakte ik steeds een "rookworstje". Of ik lang aan de moederbord heb gelegen weet ik uiteraard ook niet. Altijd netjes met mes en vork eten, niet slurpen als er soep was, niet uit het vuistje eten en je bord leeg eten. Niet praten tijdens het eten. Dat mogen alleen grote mensen. En zeker niet praten met een mond vol eten. Verder laat je geen boertjes en geen windjes. Eten op je bord terugspugen omdat je iets niet lekker vond was niet toegestaan. Ik kon het wel doen maar de beloning waren klappen, dus dat liet ik wel uit mijn hoofd. Niet met je benen wiebelen en je benen ook niet languit uitstrekken onderbtafel. Tijdens het eten niet opstaan, ook niet om naar het toilet te gaan. Pas wanneer iedereen klaar was met eten, er uit de Bijbel was gelezen en het dankgebed was uitgesproken was de maaltijd beëindigd en kon er gedaan worden wat iedereen te doen stond. Ma deed de afwas, ik wilde afdrogen maar mocht dat niet omdat ik dan toch weer alles zou laten vallen en mijn vader ging naar zijn kantoor. Op de zaterdag en de zondag droogde hij altijd af. Ja, bij ons was de emancipatie al vroeg een feit. Ik begreep destijds ook niet waarom er zo'n ophef was vanwege het feit dat mannen ook maar eens in het huishouden mee moesten werken. Ik wist niet beter dan dat mijn vader regelmatig ook zijn handen liet wapperen in het huishouden. Drie maal daags werd er gegeten. Voor die tijd vanzelfsprekend. 's Morgens ontbijt om 08.00 uur. Tussen de middag om 12.30 uur de warme maaltijd en 's avonds om 19.00 uur de broodmaaltijd. Er waren tal van gezinnen waar niet werd ontbeten en er tussen de middag brood werd gegeten en 's avonds warm. Sommigen aten tussen de middag helemaal niet thuis en namen hun "stuten" mee in een "stutendoosje" (dat is Zeeuws voor boterhammen in een boterhammentrommeltje). De tijden waren niet overal hetzelfde. Op zaterdag en zondag waren die tijden weer anders. Dan was het helemaal een latertje. Wat had ik de pest aan die late etenstijden. 's Avonds was het zo laat dat ik nauwelijks nog buiten kon gaan spelen en direct naar bed moest. Tussen de middag was er nauwelijks tijd om te eten omdat ik op tijd op school terug moest zijn en 's morgens was het ontbijt zo laat dat ik heel vaak net op het nippertje de klas binnenrolde en meer dan eens te laat was. En dan kreeg ik een uitbrander van de juf of de meester. Van de ochtendpauze op school herinner ik me weinig. Ik weet niet of ik iets te eten en/of drinken meekreeg om tijdens te pauze (speelkwartier) op te eten of op te drinken. Ik herinner me wel dat er sprake is geweest van schoolmelk. Ouders moesten dan opgeven of ze dat voor hun kind wensten. Mijn ouders wensten dat blijkbaar niet, want ik heb nooit schoolmelk gekregen. Na schooltijd als ik thuiskwam, was er thee. Geen limonade, nee, thee. Meestal met een biskwietje erbij. Het biskwietje mocht niet in de thee "gesopt" worden en vooral niet lang en onnodig hard in de thee roeren. Het kopje diende je bij het oortje vast te pakken. Ja, daar golden strenge regels voor. Het kopje en schoteltje moest ik oppakken, want het schoteltje moest ik met mijn andere hand onder het kopje houden voor het geval er thee drupte. En natuurlijk niet slurpen. Soms was er een chocolaatje. Hartstikke leuk. Want de mop daarvan was dat dat smolt als ik het op mijn schoteltje tegen dat hete kopje aanlegde. Mijn moeder vond dat minder leuk: zonde van de dure chocola en het was niet prettig om af te wassen. PETS. Een draai rond m'n oren, dan zou ik het wel afleren. Daar kwam nog bij dat ik absoluut geen chocola lustte. Het was gewoon pesten van mijn kant om dat chocolaatje tegen dat kopje aan te leggen. Kon ik het ook niet meer opeten.Bovendien was ik een  ondankbaar nest om zo met dat voedsel om te gaan. De arme kindertjes in verre landen die nog nooit van Jezus hadden gehoord endie niets te eten hadden zouden maar wat graag zo'n chocolaatje gekregen hebben. Maar ja, eten wat de pot schaft en dat principe werd ook bij chocolaatjes gehandhaafd. Zodra de thee opgedronken was ging ik naar buiten. Ik moest er voor zorgen om weer op tijd binnen te zijn om boodschappen te halen bij de kruidenier. Kaas wilde ze altijd vers hebben. En dus moest ik iedere dag om een stukje kaas. Of meer stukjes. Meestal van een half pond. Meestal jonge kaas en af en toe komijne kaas. En absoluut niet meer ("Mag het een onsje meer zijn?" was er bij mijn moeder niet bij). Ze kon dat narekenen omdat ze altijd eiste dat ik het kassabonnetje van de gekochte boodschappen mee naar huis moest nemen. Thuis rekende ze dan alles na. Verkeerd bedrag bij de kaas? Dat betekende dat er òf meer òf minder kaas was afgesneden. Eerst woog ze het thuis na. En dan kon ik mèt de kaas naar de winkel terug. Twee oplossingen: òf een ander stuk kaas wat wel exact het gevraagde gewicht was òf er moest een stukje afgesneden worden. Was er te weinig kaas afgesneden dan moest er een nieuw stuk kaas komen. Geen apart stukje erbij want dat droogde uit.Dan kon ik terug naar de winkel. Wat ik wel jofel vond van mijn moeder was het feit dat ze heel eerlijk was. Als de winkeljuf teveel had aangeslagen op de kassa kon ik terug om geld terug te vragen. Maar had ze te weinig aangeslagen dan moest ik het bedrag wat te weinig gerekend was "bijbetalen". Maar dit soort dingen paste ze op alle boodschappen toe. Nou, ik schaamde me te pletter als ik naar de winkel werd teruggestuurd. En als ik samen met mijn moeder naar de winkel ging werd het helemaal een ramp. Overal, maar dan ook overal had ze kritiek op. De kaas was te geel, de boterhamworst te vettig, de boerenkaas smaakte te zout (ze moest altijd proeven) enzovoorts. Alleen al daarover zou ik een websites vol kunnen schrijven. Ze moest niets weten van gesneden kaas, brood of groente. Stukken kaas, ongesneden brood en geen gesneden, kant-en-klare groente. Ik heb wat dikke boterhammen geprobeerd weg te slikken. Drinken daarbij was niet toegestaan. Dat was niet goed voor de spijsvertering....

 

Zomaar wat plaatjes. Ik weet niet of ik ooit ook op deze manier mijn eerste hapjes heb gekregen. Misschien heeft ze het toen ook al geprobeerd om het eten door mijn strot te duwen. Op de volgende foto sta ikzelf (1952).Toen al was ik verstandig bezig door een appel te snoepen. En dan een plaatje dat denk ik aangeeft dat hier de mogelijkheid is om iets te eten. Ook vanwege het bord en het bestek. Dit plaatje trof me omdat wij thuis altijd op deze manier aan tafel zaten.En dan ziet u ook nog een aantal afbeeldingen met voedsel. Een foto van de markt met groente en fruit staat er ook bij. Mijn moeder ging nooit naar de markt. "Dat is voor arme mensen en daar hebben ze minder goede spullen. Bovendien kan iedereen daar met zijn handen aanzitten." Dus geen kaas, brood, fruit, vis, koekjes enzovoorts van de markt. Heel vaak had ik het liefste gedaan wat het jongetje op de foto doet: met mijn hoofd naast mijn bord gaan liggen. Maar dat kon ik maar beter niet doen want gegarandeerd dat ik klappen kreeg voor dat gedrag. De smiley geeft zo ongeveer mijn gevoel aan wat ik al vóór de maaltijden had. Door de laatste twee afbeeldingen heb ik een zwart kruis gezet. Dit was voedsel wat bij ons nooit op tafel zou komen. Geen frites, kroket, kip, spaghetti, nasi, stamppotten, enzovoorts. Zelfs geen erwtensoep of bruine bonensoep. WAT DAN WEL?  FIJNGESNEDEN EN GEKOOKTE GROENTE, AANGEMAAKT MET EEN DOORZICHTIG, GLIBBERIG EN DRILLERIG MAÏZENA PAPJE. HET LEEK OF ER EEN DOORZICHTIGE KWAL OP JE BORD OVER DE GROENTE LAG!!!!!!!!!!!!!!  EN DAT GEBEURDE NIET BIJ ÉÉN BEPAALD SOORT GROENTE, MAAR BIJ ALLE GROENTEN. WORTELTJES, BIETJES, UIEN, ZUURKOOL, SPRUITJE.........JE KON HET ZO GEK NIET BEDENKEN OF ER LAG DRIL OVERHEEN........!Ik zeg: probeer het eens.........Dan begrijpt u onmiddellijk dat ik op een gegeven ogenblik geen hap meer door mijn keel kon krijgen. En dat deed ze bij ALLE groente!!!!!!!!!!!!!

 

De kritiek die mijn moeder had in de winkel had ze ook op de spullen die aan de deur werden geleverd door de melkboer, de groenteboer en nog meer. Op zaterdagavond werd de kas van de hele week opgemaakt. De tafel lag dan vol met kassabonnetje, het kasboeken, zegeltjes en zegelboekjes, waardepunten en geld. De uitgaven werden opgeteld en dan maar kijken of het klopte:lag er het geld op tafel dat ze overhield nadat alles eraf was getrokken? Dat weet ik niet, dat is me ontgaan. Ik heb wel vaak zegeltjes geplakt. Likken met je tong. En dat was vies. Bah. Een andere ramp was wanneer er op zaterdag kleren gekocht moesten worden. De winkels waren tot zes uur 's avonds open. Mijn moeder had de gewoonte om dan om vijf minuten voor zes de winkel binnen te stappen. Ze is altijd geduldig geholpen. Ze redeneerde als volgt: "Ik ben een goede klant en als ik zo laat binnenstap hebben ze alle tijd voor me want de winkel gaat gewoon om zes uur dicht. En dan ben ik de enige klant!" Dat deed ze ook als mijn vader en ik kleren moesten hebben. Van de zaterdagavonden weet ik weinig tot niks meer. Bleef ik thuis? Ging ik buiten spelen? Ik denk niet dat ik vaak ben weggeweest, want vanwege het feit dat het kopen van kleding altijd gigantisch uit de hand liep werd er 's avonds pas tussen half acht en acht uur gegeten!! En dan moest ik na het eten meestal direct naar bed. Op zaterdagmorgen werd er net als op de andere dagen van de week om acht uur ontbeten. Daarna moesten mijn vader en ik enkele boodschappen doen en de rest van de boodschappen gebeurde 's middags. Het middageten was pas om één uur en daarna moest ook de afwas nog gebeuren. Nadat er gegeten, afgewassen en opgeruimd was gaf de klok drie uur aan. En dan ging ma zichzelf netjes aankleden om de stad in te gaan. En dan gaven de wijzers van de klok vier uur, half vijf aan......De zondagen lieten helemaal een afwijkend beeld zien. Zondag, rustdag. Geen huishoudelijk werk, uitsluitend afwassen. Twee maal naar de kerk. Ochtenddienst om tien uur. De avonddienst was om vijf uur of zes uur. Dat hield verband met zomer en winter. Dat bracht automatisch met zich mee dat er op totaal andere tijden werd gegeten. Het ontbijt rond negen uur. Om twaalf uur terug uit de kerk. Dan moest er koffie gedronken worden en daarna ging ma het eten klaarmaken. Voordat we aan tafel konden was het twee uur. Om half vier was de maaltijd klaar, afwassen, opruimen, theedrinken en zorgen dat je er netjes uitzien voor de volgende kerkgang. Om vijf uur of om zes uur dus. Dat betekende: òf omgeven uur òf om acht uur thuis, waarna er nog gegeten moest worden! Bij het ontbijt en de avondmaaltijd (brood) was er dan meestal roomboter en melkbrood. En een krentenbol. En 's morgens een beschuit. Wij aten trouwens nooit bruinbrood, altijd wit. Kadetten, krentenbollen en beschuit kwamen erbij en waren niet "in plaats van" een boterham. Dat is een belangrijk dingetje om te weten. De etenstijden bleven een ramp. Zoals u wellicht heeft begrepen duurden de maaltijden bij ons erg lang. Zeker tussen de middag. Een uur op doordeweekse dagen en anderhalf à twee uur op zaterdag en zeker op de zondag. De tijd om te ontbijten was ook te kort. Ik kon met deze tijden gewoon bijna niet op tijd op school komen want IK MOEST MIJN BORD LEEG ETEN!!!!!! Met name de "tussen-de-middagmaaltijd" duurde ook zo lang omdat er voortdurend telefoon voor mijn vader was. Dat gesprek had voorrang en dus moest de maaltijd onderbroken worden. Het warme eten stond koud te worden want pas wanneer het gesprek beëindigd was kon er verder gegeten worden. Dan was het ook al te laat om alles nog op te eten en een koude, warme maaltijd is niet echt smakelijk......Maar ik kreeg mijn eten ook niet op omdat ik het gewoon vies vond. En wat gebeurde er als ik mijn eten niet op had gegeten voordat ik naar school ging??????????DAN KON IK NA SCHOOLTIJD ALSNOG MIJN BORD LEEGETEN!!!!!!!KOUD!!!!EEN KOUDE PRAK MET KOUDE GLIBBERIGE, DOORZICHTIGE DRIL. GETVER. Het vervolg hierop leest u later op een andere pagina.

De zondagen waren niet om door te komen voor een druk kind als ik was. ÌK MOCHT NIKS MAAR ER MOCHT IN HET ALGEMEEN NIKS. DAT HAD GOD VERBODEN. WANT ZONDAG WAS DE  RUSTDAG. DE ENIGE LICHAAMSBEWEGING BESTTOND UIT NAAR DE KERK GAAN EN WEER TERUG EN EEN WANDELING MAKEN. Niet fietsen, niet zwemmen, niet, niet, niet, niet.......Zelfs geen huiswerk maken. Maar ondertussen mocht mijn moeder mij wel knijpen en trappen tegen mijn benen geven omdat ik volgens haar zat te wiebelen met mijn benen, teveel aan mijn neus en in mijn ogen zat te wrijven, aan mijn nagels en in mijn haar zat te frunniken, niet door mijn neus ademde en teveel met mijn ogen knipperde...........O, die lijst is net zo lang als de helft van deze pagina. Ik was me echter van geen kwaad bewust en bij thuiskomst kreeg ik nog een bonus:KLAPPEN,omdat ik me niet had gedragen. "De mensen zouden er schande van spreken en ik zou opgroeien voor galg en rad! Hoe haalde ik het in mijn hoofd om mijn ouders zo voor gek te zetten ten overstaan van iedereen. Het leek wel of ik geen opvoeding had gehad!" Ja ma. Na verloop van jaren kende ik dit liedje wel en hoorde ik het niet eens meer. Maar de klappen voelde ik wel. Zoveel eelt had ik nog niet op mijn lijf. IK WAS WEL HARD OP WEG OM EEN DIKKE EELTLAAG OP MIJN ZIEL EN ROND MIJN HART AAN TE BRENGEN. ONBEWUST. SLUIPEND. NET ALS DIE ROTWURGSLANG. DIE KWAM STIEKEM AANGESLOPEN TEGELIJK MET ANGST. ANGST VOOR MIJN MOEDER. VOOR DE KLAPPEN EN DE SCHOPPEN EN DE VERNEDERINGEN. DIE ROTWURGSLANG HAD IN DE GATEN DAT IK DOOR DIE ANGST WEL EENS EEN GEWILLIGE PROOI ZOU KUNNEN WORDEN, WERD DIKKE VRIENDEN MET ANGST EN SAMEN GINGEN ZE MIJN LEVEN BEHEERSEN. ZÓ ERG BEHEERSEN DAT OP ACHTTIENJARIGE LEEFTIJD EEN NORMAAL LEVEN AL ONMOGELIJK WAS GEWORDEN. Die angst zorgde er ook voor dat ik eigenlijk in mijn jeugd niet echt bewust geleefd heb. Ik was altijd op mijn hoede. Bang dat ik op de meest onverwachte momenten klappen zou krijgen. IK BEN NOG STEEDS BEZIG OM DIE VERLOREN JAREN IN TE HALEN.......Door met kennissen over "vroeger" te praten, waarbij er ook foto's bekeken werden zijn er gelukkig toch veel herinneringen teruggekomen.