Rupsje Nooitgenoeg vreet zich (bijna) te barste...
De periode tussen 1980 en 1990 is de heftigste geweest. Ik woonde toen op de flat en was nog gewoon aan het werk op het zwembad. Ik was toen al heel veel afgevallen. Het liefste werkte ik 's morgens vanaf 07.00 uur tot 10.00 uur, om dan 's middags van 17.00 uur tot 22.00 uur te werken. En dan een hele zaterdag en de zondagmiddag. De feestdagen nam ik ook altijd voor mijn rekening. Dus tijden en dagen waarop andere mensen volop aan het sociale leven deelnemen. Ik had buiten mijn collega's van het werk om geen sociaal netwerk. Ik ga de schuld hiervan niet toeschrijven aan aan mijn werktijden. Daar had ik zelf voor gekozen. De voornaamste reden was dat ik dan overdag lekker vrij was en natuurlijk alle gelegenheid had om onder andere volop te schransen. Mijn leven toonde het volgende patroon:werken,boodschappen doen, eten, kotsen, dutje doen, nog een keer boodschappen doen, eten, kotsen, werken, eten, kotsen, slapen, eten......enzovoorts tot de volgende morgen half zeven. Twee en een half uur op. Hiervan waren er twee uur bestemd om me vol te proppen en een half uur om te kotsen. En anderhalf uur slapen. En dan begon het liedje weer van voren af aan. Tussen de bedrijven door proberen om zo veel mogelijk boodschappen in één keer te doen. Alles met de fiets. Per winkelbezoek had ik dan een winkelkarretje vol boodschappen-met-een-kop-erop "ingeslagen." Mijn fietsmandje was tjokvol en op mijn bagagedrager stond een doos die ook helemaal vol zat met levensmiddelen. Heel vaak ging ik twee keer op een dagboodschappen doen. Thuis moest ik alles naar driehoog slepen. Na verloop van tijd nam ik niet meer de moeite om alles op te ruimen. Ik mikte alles in de woonkamer neer. In de stoelen en onder de stoelen, op de bank en onder de bank , op de tafel en onder de tafel. Verder alles op de grond. Ik had een gaskachel. Die stond tegen de muur. In het midden vóór de kachel was er een open ruimte. Daar had ik een laken neergelegd. Op dat laken lag er een halve supermarkt uitgestald. Brood, krentenbollen, beschuit, appelbollen, frikandellenbroodjes, koek en koekjes, vla, pap, sap, verschillende soorten kaas, allerlei vleeswaren, worsten, jam, pindakaas, drop, chocola, sap, mayonaise en sausen, koude soep, zoutjes, boter, vruchten op sap. U mag het zelf aanvullen. Maar ook van die kant-en-klaar maaltijden. Die maakte ik warm op de gaskachel. En water. Heel veel water. Dat moest ik tijdens die vreetbuien drinken om het eten makkelijker terug te spugen. Ik at op de grond. Nam ook de moeite niet meer om alles op te ruimen want een paar uur later had ik de volgende vreetbui. Stofzuigen was er ook niet meer bij. Geen tijd want ik moest immers eten. En het was onmogelijk om iedere keer alles op te ruimen. Er stond veel te veel in de kamer. Inmiddels had ik ook de laxeertabletten ontdekt. Vezeltabletten, laxeertabletten, afslankcapsules, vochtafdrijvers en nog een heleboel pillen. Van elk soort verschillend merken. Op een bepaald moment slikte ik een doosje laxeertabletten per dag en nog meer troep. Zoveel mogelijk eruit na een vreetbui. Als ik naar de supermarkt moest of naar de drogist dan ging ik altijd naar verschillende winkels. Dan viel het niet zo op, dacht ik. De klanten in de supermarkten keken hun ogen uit als ze zagen wat er allemaal in mijn karretje lag en hadden daar ook voortdurend commentaar op. Terecht uiteraard. Reclame aanbiedingen? Daar wist ik wel weg mee. Hamsteren! Het liefst 10 of 20 stuks van één artikel. Op de terugweg naar huis begon ik vaak al met eten. Ongeveer in 1990/1991 werd ik definitief afgekeurd en toen viel ik in een heel diep zwart gat. Ik had een baan met een volle werkweek èn de weekends er bij. Ik zat dus ineens heel veel thuis. En al snel waren de dagen niet meer om door te komen. En wat ga je doen als je niets te doen hebt, als je geen sociaal netwerk hebt en je steeds somberder wordt? Ik voelde me afgeschreven, afgedankt, buiten de maatschappij gezet, minderwaardig en slecht. In mijn geval ging ik dus eten, eten, eten........En kotsen. En poepen. Want het aantal laxeertabletten werd opgevoerd naarmate het aantal vreetbuien toenam. Bij herhaling raakte de riolering verstopt en moest de boel opengebroken worden. PANIEK! WANT DAN MOEST IK MIJN VREET- EN KOTSBUI UITSTELLEN!!!!!!EN DAT VIEL NIET MEE. Ik zal hierover nog een "anekdote" vertellen. Welk jaar het geweest is weet ik echt niet meer maar ik liep een kaakfractuur op. Ik was nog wel op het zwembad aan het werk en ik woonde op de flat. Toen ik zover was dat ik naar huis mocht kreeg ik de instructies dat ik uitsluitend vloeibare voeding mocht gebruiken. Er zat ook weinig anders op want mijn kaken waren aan elkaar vastgezet. "Eten" door een rietje. Eenmaal thuis heb ik toen heel veel gewone dingen vloeibaar gemaakt (brood met pindakaas, warme levensworst, kant-en-klaar maaltijden met veel melk en water; je kan het zo gek niet verzinnen of ik vond er een oplossing voor. Door een beetje te oefenen kreeg ik ook mijn kaken ietsje uit elkaar, net ver genoeg om toch met een lepel of een vork iets naar binnen te werken wat "normaal eten" enigszins benaderde. Maar ja, dat moest ook weer teruggesprongen worden.......Was het eten natuurlijk al bloedlink (wat gebeurt er als ik me verslik?), het terugspugen was nog veel riskanter. Wonderwel is alles goed afgelopen. Maar hieruit blijkt hoe groot mijn "VRAATZUCHT" was.
RUIM TIEN JAAR HEB IK IN GROTE LIJNEN EEN (VR)EETSCHEMA GEHAD WAT IK HIERONDER GA SCHETSEN. IK SCHRIK ZELF NOG IEDERE KEER VAN DE HOEVEELHEDEN DIE IK TOEN NAAR BINNEN HEB GEWERKT.
Er is wel verschil in het aantal eetbuien in de tijd dat ik nog werkte en de tijd waarin ik afgekeurd was. In het laatste geval zat ik hele dagen thuis en toen was het eigenlijk ook "tijdverdrijf".
De zwembadperiode: voordat ik 's morgens van huis ging dronk ik uitsluitend koffie. Om 10 uur kon ik naar huis. Vlug boodschappen doen en op de terugweg naar huis zat ik al te eten. Dat kon van alles zijn, als ik maar iets te eten had. Thuis kwakte ik de spullen neer, warmde soep op met mijn jas nog aan, legde zoveel mogelijk levensmiddelen op het laken en ging van start. Brood, kaas, en, nou ja, gewoon nog eens even hoger op deze pagina kijken en dan ziet u het vanzelf staan. Ik at totdat ik dreigde te klappen. Mijn maag deed ook af en toe behoorlijk pijn, maar dat mocht de pret niet drukken. Er zijn heel wat keren geweest dat ik mezelf zo vol gevreten had, dat ik het voedsel in eerste instantie niet terug kon spugen. En dan moest ik gewoon wachten totdat er iets gezakt was. Mijn vinger in mijn keel steken, durfde ik dan helemaal niet, want dan ontstaat er zo'n druk en krimpt alles zo samen dat ik aan de mogelijke gevolgen niet durfde denken. Maar ondertussen werd er dan toch voedsel "doorgesluisd" en dat was nu net precies wat ik niet wilde. En daarom waren die laxeerpillen en de rest van de apotheek nodig. HET KWAM ER UITEINDELIJK OP NEER OM ZOVEEL MOGELIJK VIA DE ONDERKANT ÈN ZOVEEL MOGELIJK VIA DE BOVENKANT KWIJT ZIEN TE RAKEN. Zo'n vreet- en kotsbui duurde ongeveer twee en een half uur. Daarna was ik doodmoe en ging ik naar bed. Maar na anderhalf uur werd ik wakker en dan begon ik heel gewoon met een nieuwe ronde van eten, spugen en als het kon, poepen. En dan weer slapen. Een en ander hing ook samen met mijn werktijden. Ook 's nachts gingen de vreetbuien gewoon door. Meestal twee per nacht. Was ik moe? Nee. Dat was alleen na zo'n vreetbui. Maar de adrenaline stroomde door m'n lijf als nooit tevoren, dat was het gekke.
Maar toen kwam de periode dat ik hele dagen thuis was. En toen werd het goed raak. Zodra ik wakker werd alvast iets eten. Terugspugen, boodschappen doen, weer eten, spugen en slapen. Dat is al twee vreetbuien op een ochtend. Rond twee uur begon de middagronde. Één maal. Om 16.00 uur eerst boodschappen doen, gelijk weer een vreetbui en dat ging dan door tot de volgende ochtend. PER ETMAAL ZEVEN À ACHT VREETBUIEN. MAAR DAAR ZIT NOG IETS AAN VAST. HEEL VAAK GEBEURDE HET DAT IK BINNEN ÉÉN RONDE TWEE VREETBUIEN HAD. DAN LAG ER NOG ZOVEEL DAT ER LEKKER UITZAG, DAT IK EERST EEN KEER GING KOTSEN EN DAN GEWOON WEER VERDER AT. EN WAT IK OOK NIET MEER DEED NA VERLOOP VAN TIJD WAS MIJN VINGER IN MIJN KEEL STEKEN. DOOR EEN BEPAALDE BEWEGING MET MIJN MAAG TE MAKEN, KWAM HET VANZELF TERUG. DAT WAS PRETTIG WANT IK HAD MIJN KEEL AL BEHOORLIJK WAT KEREN KAPOT GESTOKEN. DAT DEED PIJN, DAT SCHRIJNDE EN DAT WAS HELEMAAL NIET FIJN TIJDENS HET ETEN. EN HET BLOEDDE SOMS. DAT ZAG IK WANNEER IK AAN HET OVERGEVEN WAS. DAN DEED DIE KEEL MEER PIJN DAN TIJDENS HET ETEN. BUITENGEWOON GEWOON VERVELEND WAS HET FEIT DAT ER REGELMATIG STUKKEN VOEDSEL IN MIJN KEEL BLEVEN HANGEN. NA MIJN KAAKFRACTUUR IS DAT ERGER GEWORDEN. DAN VERLOOR IK DE CONTROLE OVER MIJN KAAKSPIEREN EN SCHOTEN ER ONVERWACHT STUKKEN ETEN NAAR BINNEN. DIE BLEVEN IN MIJN KEEL HANGEN EN ZATEN VAST. HOESTEN, HOESTEN EN NOG EENS HOESTEN. GELUKKIG ZIJN ALLE VASTZITTENDE STUKKEN ALTIJD LOSGESCHOTEN. AF EN TOE WILDE ZO'N STUK NIET LOSSCHIETEN EN ALS IK DAN DOORAT DEED DAT VRESELIJK VEEL PIJN. MAAR OF HET NU VAST BLEEF ZITTEN OF LOSSCHOOT, DE GEVOLGEN WAREN HETZELFDE: EEN WAAR BLOEDBAD EN EEN WEEK HEEL VEEL KEELPIJN. ZELFS EEN SLOK KOUD WATER WAS HEEL GEVOELIG. MAAR ONDANKS DAT, VRAT IK GEWOON DOOR. ER WAS NIETS WAT ME DAAR VAN WEERHIELD. DE ANGST DIE IK TOEN HEB GEHAD WAS DAT IK MISSCHIEN WEL ZOU KUNNEN STIKKEN IN MIJN SLAAP. IK HAD ER GEEN IDEE VAN OF DAT BLEEF BLOEDEN OF DAT HET ZOU STOPPEN. DAT WAS BEST EEN ENGE GEDACHTE.
Koken deed ik nooit. Thuis mocht ik het nooit. Ik mocht sowieso niet in de keuken komen. Op huishoudelijk gebied had ik niets geleerd. En op het gebied van koken al helemaal niet. Het belangrijkste over deze periode is nu wel gezegd. Begin 1990 verhuisde ik naar mijn nieuwe huis. Maar als u dacht dat er daarmee ook een eind kwam aan mijn eetstoornissen, dan hebt u het mis. Alles bleef bij het oude. Mijn huis was nieuw, maar zelf was ik niet vernieuwd......
EEN BELANGRIJKE GEBEURTENIS ZOU ER WEL PLAATSVINDEN. IK BESLOOT NAMELIJK ROND 2004 HULP TE GAAN ZOEKEN......
Maak jouw eigen website met JouwWeb