Kiekeboe

 

Ik woonde drie hoog in de flat. Vanaf mijn balkon kon ik het zwembad zien èn kon ik horen hoe druk het was. Beneden had ik een berging. Binnen de kortste keren stond die bom vol etenswaren. Blikken, potten, snoep en de rest. Wat er, in verband met de datum, snel opgegeten moest worden, lag in de flat zelf. De logeerkamer lag ook vol met potten, pakken, blikken, flessen, chocolade, rollen biskwietje, pakken koek en koekjes, enzovoorts. De koelkast lag vol, de kast in de kamer puilde uit, in de slaapkamerkast lag er een  heleboel en in de kamer lag alles wat ik gelijk kon eten. Alles op één grote hoop geveegd met een laken er over heen. Maar ook op de flat ontkwam ik er niet aan dat de riolering regelmatig verstopt raakte. Als dat het geval was liep mijn berging ook vol water en was er dus een heleboel voedsel bedorven. Enkele jaren nadat ik in de flat was getrokken werd ik afgekeurd. Gelijk voor 80-100%. Maar dat ging ook niet zonder slag of stoot. De uitslag van de jaarlijkse medische keuring voor het personeel gaf aan dat ik met ziekteverlof werd gestuurd. Dat bericht kreeg ik van de bedrijfsarts. Daarna volgde een lange weg van medische en psychologische onderzoeken. Op mijn vraag wanneer ik weer aan het werk mocht luidde het bikkelharde antwoord: " Wanneer u minstens vijf kilo bent aangekomen." Mijn vermoeden werd bevestigd waarom ik was afgekeurd. Ik zag er ook niet uit. Ik was echt een wandelend skelet. Maar zelfs toen wilde ik dat niet zien. Ik beloofde om alles in het werk te stellen om dat zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen. Maar tegelijk weer die andere stem: "Dat kun je wel vergeten. Mooi niet. Niks aankomen. Lekker doorgaan. Er kan nog meer af. Doodgaan doe je niet zomaar." En dus ging ik door. Mijn laagste gewicht is ooit 29 kilo geweest. Maar ik ging ook door met mijn vreetbuien, met mijn onvrede, met het gevoel nu helemaal afgedankt en afgeschreven te zijn èn MET HET SCHULDGEVOEL DAT IK DIE ROTWURGSLANG NIET ONDER CONTROLE KON KRIJGEN. HEB IK GEHUILD? NEE. HUILEN KON IK OP HEEL JONGE LEEFTIJD AL NIET MEER. MIJN MOEDER HAD ME ZOVEEL GESLAGEN DAT ZE OOK MIJN TRANEN ER UIT GESLAGEN HEEFT. IK MOEST OOK NIET HET LEF IN MIJN LIJF HEBBEN OM TE HUILEN, ALS ZE ME GESLAGEN HAD EN IK VERGING VAN DE PIJN WANT DAN KREEG IK EEN DUBBELE PORTIE SLAAG. "HUILEN? DAT ZAL IK JE WEL EVEN AFLEREN." PETS, KLATS,PETS,PETS. "ZIEZO, IK HOOP DAT JE NU JE LES GELEERD HEBT." NA TWEE KEER HAD IK DAT INDERDAAD. TOT OP DIT MOMENT HEB IK GEEN TRAAN MEER GELATEN........ Ik ben op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk wat ik toch vrij snel vond. Activiteiten voor de jeugd in verschillende wijken in Goes. Pas vijf jaar later was mijn afkeuring definitief. Ik was eerder afgevallen dan aangekomen. Ik weet niet of mijn ouders van mijn afkeuring op de hoogte waren. Uit mìjn mond hebben ze het nooit gehoord. Op het moment dat mijn afkeuring definitief werd had ik net de grond voor een huis gekocht. Maar dat leverde geen problemen op, weer dankzij mijn vader. Mijn toekomstige woning stond schuin tegenover mijn flat. Ik heb mijn huis letterlijk zien bouwen en dat was best leuk. Als ik daar eenmaal woonde, zouden mijn ouders in mijn flat gaan wonen. En zo is het ook gegaan. Het was een vrijstaande woning met een knots van een tuin. Heerlijk. Waar ik absoluut niet gelukkig mee was was het feit dat mijn ouders schuin tegenover me zouden komen wonen. Weliswaar drie hoog, maar dat gaf precies een veel beter (uit)zicht op mijn nieuwe woning. OEI, OEI, DAT WORDT CONTROLE. Geen vreemde gedachte want ook toen ik in de flat ging wonen werd ik voortdurend gecontroleerd door mijn moeder. Ze wist alles, maar dan ook alles over me en van me. Het is me nog steeds een raadsel hoe dat kon. Ze had een sleutel. Maar ik heb nooit kunnen ontdekken dat ze binnen zou zijn geweest. Toen ik eenmaal in de flat woonde ging het pesten eigenlijk gewoon door maar dan op een heel andere, op een heel subtiele en geniepige manier. Onder andere door vreselijke hoeveelheden kaas bij mij door de brievenbus te doen. En vleeswaren. Door kleine berenbeeldjes door de brievenbus te stoppen. Dingen waar ik totaal geen behoefte aan had. Na verloop van tijd had ik een hele verzameling niet uitgepakte pakjes, waar ik eenvoudigweg niets mee kon. Ik kon ze niet kwijt. IK VERZAMELDE ETEN, GEEN BEELDJES.........Wanneer ze niet alles door de brievenbus gepropt kreeg dan zette ze alles voor de deur van de berging neer. Eenmaal op de flat heb ik ook twee katten genomen. Dat was erg leuk. En ook bij deze dieren wist ze mijn plezier te bederven. Ik moet hier nog even iets over vertellen. Ik ben altijd gek geweest op katten. (En nog steeds. Op dit moment heb ik er zes.) Maar hoe ik ook zeurde, katten kwamen er niet in. Van die rotbeesten moest ze niks hebben. Toen ik op de flat ging wonen zag ik mijn kans schoon en heb ik katten genomen. Maar wat schetst mijn verbazing? Ze vroeg of ik ze een keertje wilde komen laten zien. Waarom niet. Katten in mijn fietsmandje en hup, naar mijn ouders. En dat was gelijk ook het begin van de ellende. Ze wilde ze eigenlijk iedere week wel zien. Op zaterdag. Dan kon ik ook eens een beetje vrij nemen als ik niet moest werken......Stom genoeg heb ik aan haar verzoek voldaan. In de kortst mogelijke tijd werd de zaterdag een zaterdag+zondag. Ze werden volgepropt met vleeswaren en waren op zondag wanneer ik ze ging ophalen de helft dikker dan toen ik ze bracht. Ze kregen de eerste dagen van de week ook bijna geen brokjes. Daar hadden ze helemaal geen trek in. Gunde ze me zelfs mijn katten niet? Die indruk kreeg ik wel. Nee, dat was niet prettig. Ik verhuisde naar "schuin tegenover" en genoot al vrij snel van het mooie weer in mijn tuin. Behoefte aan vakantie had ik niet meer met zo'n tuin. Ik ging ook al niet meer met vakantie toen ik nog op de flat woonde. Daar had ik twee (vrije) balkons: één aan de voorkant en één aan de achterkant. Dus nooit geloop van mensen langs je flat. Maar de belangrijkste reden was toch wel mijn EETSTOORNIS. HOE MOEST IK ETEN EN KOTSEN OP VAKANTIE? Dat was gewoon uitgesloten. En dus zag ik ook om die reden van vakanties af. Er was nog een reden: geld. Vakanties kosten geld. EN VOOR DAT GELD ZOU IK HEEL WAT ETEN KUNNEN KOPEN! De keuze was hier snel gemaakt: IK KOOS VOOR HET ETEN. 

Ik was nog zo optimistisch geweest om te denken dat het in mijn nieuwe huis wel veel beter zou gaan en weer op het zwembad zou kunnen gaan werken. Niets was minder waar. HET KIEKEBOE SPELEN GING NET ZO HARD DOOR, MISSCHIEN NOG WEL ERGER. MEER EN MEER TROK IK ME TERUG. MIJN HUIS WAS ZO ONGEVEER EEN ONNEEMBARE VESTE GEWORDEN. EEN HUIS WAAR OMHEEN EEN DIKKE MUUR WAS GEBOUWD WAAR JE NIET OVERHEEN KON KLIMMEN EN WAAR GEEN GAT IN TE SLAAN WAS. EN DAN ZAT VOOR DIE MUUR OOK NOG EENS EEN IJZEREN GORDIJN. MAAR DATZELFDE PROCES SPEELDE ZICH OOK MET MEZELF AF. IK WAS ONDOORDRINGBAAR GEWORDEN, LEEFDE IN EEN HEEL EIGEN WERELD, HAD EEN MUUR ROND MIJN HART EN MIJN LIJF GEBOUWD EN HAD OOK NOG EEN IJZEREN HARNAS AANGETROKKEN. EMOTIES VOELDE IK OOK NIET MEER. IK HAD HET LACHEN VERLEERD. IK HAD HET HUILEN VERLEERD EN ANDERE MENSEN INTERESSEERDEN ME GEEN ENE FLUIT MEER. WEG MET IEDEREEN. IK REGEL ALLES ZELF. IK HEB GEEN HULP NODIG EN IK ZAL ER OOK NIET OM VRAGEN. JULLIE KUNNEN ME VRAGEN STELLEN MAAR IK ZAL ER GEEN ANTWOORD OP GEVEN. LAAT ME GEWOON MET RUST. IK WIL MET NIEMAND IETS TE MAKEN HEBBEN. HOEF IK AAN NIEMAND VERANTWOORDING AF TE LEGGEN. MIJN BEL IS KAPOT, DUS ALS JE PROBEERT AAN TE BELLEN ZUL JE ALTIJD VOOR EEN DICHTE DEUR KOMEN TE STAAN. LEKKER RUSTIG WANT ALS ER NIEMAND MEER KOMT HOEF IK OOK NIET IEDERE KEER ALLE ETEN OP TE RUIMEN. DAT KAN GEWOON PERMANENT BLIJVEN STAAN. KAN IK ONGELIMITEERD DOORSCHRANSEN. WEG, WEG, WEG IEDEREEN. IK BLIJF ZITTEN WAAR IK ZIT EN IK VERROER ME NIET. IK HOOP DAT JIJ DAT OOK DOET. De vreetbuien in mijn nieuwe huis gingen net zo hard door. Af en toe heel erg hard. Mijn katten had ik niet meer. De ene was doodgereden tijdens een logeerpartij bij mijn ouders waren. Ze kwamen van een boerderij. De andere kat miste zijn zusje zo erg dat ik heb besloten om die terug te geven aan de boer. Die vond dat gelukkig goed. Het heeft een paar jaar geduurd voordat ik besloot om opnieuw katten te nemen. Deze keer uit het dierenasiel. Ik ben rond 1992 naar mijn huidige woning verhuisd. Inmiddels ging ik al jaren en jaren niet meer naar de kerk. Wilde niks meer God en Kerk te maken hebben. Als je eenmaal in het geloof bent opgegroeid blijft dat, ook al wil je er niets meer mee te maken hebben, op wonderbaarlijke wijze toch ergens aan je knagen. Uiteindelijk heb ik me bij het Leger des Heils aangesloten. Daar voelde ik me direct "thuis." Ik had onze kerk vooral verlaten omdat ik er totaal geen vreugde in vond. Op zondag werd er heel vaak hel en verdoemenis van de kansel gepredikt. Was je een paar keer niet naar de kerk geweest dan stond er een ouderling op de stoep om je te "bekeren." Ik hield het voor gezien. Rond 2004 ben ik eindelijk hulp gaan zoeken. Ik was toen zo mager dat ik op punt van instorten stond. Het was maar goed dat mijn ademhaling vanzelf ging want anders was ik, denk ik nog te moe geweest om adem te halen. M'n krachten waren op. Ik kon soms af en toe nauwelijks de trap nog op om naar mijn slaapkamer te gaan. EN IK WILDE NIET DOOD. NOG LANG NIET. IK GING TE MAKEN KRIJGEN MET DE GEVOLGEN VAN MIJN EETSTOORNIS WAARDOOR IK TOT TWEE MAAL TOE EEN GEBROKEN DIJBEENKOP OPLIEP. TWEE MAAL OP DEZELFDE PLAATS. SPIEREN HAD IK NIET MEER. DAARNWAREN "TOUWTJES" VOOR IN DE PLAATS GEKOMEN. IK HAD MEZELF AL VOOR EEN HEEL GROOT GEDEELTE OPGEGETEN:SPIEREN BESTAAN UIT EIWITTEN. DIE KREEG IK VIA MIJN VOEDING NIET MEER BINNEN EN DAN GAAN JE SPIEREN AANGESPROKEN WORDEN. IK WAS DUS EEN KANNIBAAL. IK VRAT MEZELF OP.

Op de volgende pagina zult u een uitgebreid verslag lezen van mijn eetbuien enzovoorts toen die gedurende zo'n tien jaar op zijn hevigst waren. Ik woonde toen nog op de flat. Dat was tussen 1980 en 1990. TIEN JAAR. Terugkijkend verwonderd het me nog elke dag dat ik het overleefd heb.  HET WAS REGELRECHT SPELEN MET DE DOOD. UITPROBEREN: HOEVER KAN IK GAAN VOOR HET TE LAAT IS? IS HET MOGELIJK DAT IK MEZELF ZO VOL VREET DAT MIJN MAAG EEN KEER KLAPT? LET WEL: ZO GING HET BIJ MIJ. DIT IS DUS NIET ZOALS HET ER BIJ IEDEREEN MET EEN EETSTOORNIS AAN TOEGAAT. IEDEREEN MET EEN EETSTOORNIS HEEFT EEN HEEL EIGEN VERHAAL ZOALS OOK NIET IEDEREEN MET EEN EETSTOORNIS DAARVAN GENEEST. HET IS NET ALS BIJ ANDERE GEESTELIJKE EN LICHAMELIJKE ZIEKTES, DIE GAAN OOK NIET ALTIJD OVER. EEN EETSTOORNIS IS EEN ZIEKTE. ÒF JE GENEEST ERVAN, ÒF JE GAAT ER AAN DOOD ÒF JE HOUDT ER RESTVERSCHIJNSELEN AAN OVER. CHRONISCH ZOU IK HET DAAROM OOK WEL KUNNEN NOEMEN.

Maak jouw eigen website met JouwWeb